Hoe vaak ‘moet’ jij dingen? Let er maar eens op hoe vaak dit woordje in je zinnen of gedachten sluipt. En hoe onschuldig dat ook lijkt, het is het niet. Want, zodra ‘moeten’ op het toneel verschijnt, ‘mag’ er ineens niets meer.
Zo is de kans groot dat je gelooft dat je ‘moet’ werken. Om geld te verdienen bijvoorbeeld, zodat er na het werk tijd is om plezier te ‘mogen’ hebben en dingen te doen die ons blij maken en opladen. Maar, wist je dat ‘moeten’ de sluipmoordenaar van plezier is? Iets dat we moeten vinden we per definitie niet leuk, we verzetten ons ertegen. Het maakt dat we zijn gaan geloven dat werken gelijk staat aan afzien, worstelen en bikkelen. Het wordt een kwelling. Maar, de grap is dat er geen harde grens bestaat tussen plezier en werk, behalve die we in ons eigen hoofd stellen.
Er bestaat een andere weg. Eentje waarin werk en plezier, moeten en mogen, niet meer elkaars tegenpolen zijn, maar waar ze gemoedelijk naast elkaar leven. Elkaar zelfs versterken. Zodat werk niet zwaar en vervelend meer hoeft te voelen, en plezier niet langer een luxegoed is dat verdiend moet worden, maar zijn status als basisbehoefte terugkrijgt.
Het kan al zo simpel zijn als werken op een plek die je inspireert, terwijl je jezelf een heerlijk kopje koffie gunt. Of even de tijd nemen voor een fijn gesprekje met een collega, of even iets tekenen of schrijven. Je werkt beter als je je fijn voelt. En je voelt je fijn als je dingen mag, niet moet!